Economische encyclopedie

D.C. van der Poel (1940)

Gepubliceerd op 21-01-2020

Statistiek

betekenis & definitie

is zoowel het tellen of meten van meetbare verschijnselen, veelal massaverschijnselen, als de beoordeeling op waarschijnlijkheidstheoretische basis van de betrouwbaarheid dezer tellingen, wanneer zij slechts een deel der te meten verschijnselen (steekproef) omvatten. Deze beoordeeling is onderwerp der theoretische of mathematische S.

Deze gaat over in statistische analyse, wanneer het onderzoek naar het verband tusschen meerdere verschijnselen doel is.In haar oorsprong toegepast op sociale verschijnselen (Staatsbeschreibung Conring, 1660; Staatsmerkwürdigkeiten Achenwall, 1749) is de S. tegenwoordig ook op andere gebieden (psychologie, paedagogie, biologie, astronomie) een belangrijke hulpwetenschap (zie: Quetelet). Voor de sociale wetenschappen is zij een onmisbaar hulpmiddel, terwijl ook het belang van de S. voor de bedrijfshuishouding meer en meer wordt erkend.

Toepassing van de S. vereischt naast objectiviteit groote nauwkeurigheid bij het verzamelen en verwerken der gegevens en voldoende kennis van het betreffende gebied om fouten en toevalligheden te herkennen en deze laatste zoo noodig uit te schakelen. Eerst dan kan op grond van de verkregen resultaten een onderzoek naar de samenhang der verschijnselen en hun eventueele wetmatigheid worden begonnen, en kan de S. zich door vergelijking van de quantitatieve verschijnselen tot de qualitatieve uitstrekken. Bij het verzamelen der gegevens komen naast een onderzoek van alle feiten (tellingen) ook steekproeven en een afzonderlijke beschouwing van typische voorbeelden (bijv. bij de budget-S. ten behoeve van de cijfers betreffende de kosten van het levensonderhoud) in aanmerking. Ook hierbij moet natuurlijk objectiviteit voorop staan en het aantal voldoende zijn om toevalligheden redelijkerwijze te elimineeren.

Bij de weergave wordt ten behoeve van betere vergelijkbaarheid veelal gebruik gemaakt van indexcijfers, die de grootte van het verschijnsel veelal een complex van vele gelijksoortige verschijnselen uitdrukken als percentage van de waarde in een bepaald basistijdperk of -gebied. Een prijsindexcijfer van 120 wil bijv. zeggen dat het gemiddelde der prijzen 20 % hooger is dan in het basisjaar. Dit gemiddelde kan een gewogen gemiddelde zjjn, d.w.z. dat elke prijs vermenigvuldigd wordt met de in het basisjaar omgezette hoeveelheid en eerst daarna deze producten tot een gemiddelde worden verwerkt, waardoor elke component tot zijn werkelijke waarde binnen het geheel is herleid. Het algemeene verloop in de tijd, die een reeks cijfers vertoont, waarbij korte schommelingen als gevolg van toeval, seizoen enz. buiten beschouwing worden gelaten, heet de trend dezer reeks. Correlatie tusschen twee reeksen is aanwezig wanneer de bewegingen parallel verloopen. Een lag (vertraging) is aanwezig wanneer de bewegingen van de eene reeks die der andere na eenige tijd volgen.

Voor het overzichtelijk weergeven van statistische resultaten kan met succes worden gebruik gemaakt van grafische voorstellingen, die de verschijnselen in beeld brengen als lijnen (curven), kolommen, segmenten of sectoren van cirkels, enz. Nog duidelijker, in het bijzonder voor het weergeven van sterk uiteenloopende gegevens, is de beeldstatistiek, waarbij de onderwerpen door gemakkelijk herkenbare symbolen zijn aangeduid, de getallen door een herhaling van deze symbolen vervangen.

Deze beeld-S., die voor het eerst door Otto Neurath te Weenen later den Haag is toegepast, en o.a. in Ned. in eenigszins afwijkende vorm door P. Alma, heeft de S. in sterke mate gepopulariseerd en zal ook, wanneer de symbolen internationaal worden aanvaard (er zijn door Neurath en zijn staf van de Int. Stichting voor Beeldpaedagogie reeds een 2000-tal figuurtjes ontworpen), de internationale leesbaarheid zeer bevorderen.

Het gebruik van de resultaten der S. vereischt, evenals het tot stand komen daarvan, kennis en verantwoordelijkheidsbesef. Uit hun verband gelichte cijfers hebben de S. in dit verband terecht, maar objectief ten onrechte de reputatie van een „mensonge en chiffres” gegeven. Inderdaad hebben vóóren tegenstanders maar al te vaak cijfers uit de zelfde reeksen als bewijsmateriaal gebruikt (zie in dit verband de grafiek kolom 257, waarmede met weglating van de beide andere elk der drie aangegeven factoren als beslissend voor de stijging der conjunctuur kan worden „bewezen” afgescheiden van de mogelijkheid dat deze laatste ook geheel zonder de genoemde factoren een ongeveer gelijk beeld zou hebben vertoond). In de meeste landen bestaan officiëele statistische diensten van Rijk en gemeenten, daarnaast semi-officiëele en particuliere instellingen (*ook Conjunctuur).

In Ned. wordt de S. verzorgd door het officiëele Centraal Bureau voor de Statistiek (C.B.S.) met als controleerend college de Centrale Commissie voor de Statistiek. Daarnaast bestaan gemeentelijke statistische bureaux te Amsterdam, Utrecht, den Haag en Rotterdam.

Door het C.B.S. worden behalve het Maandschrift v. d. afd. voor sociaal-economische S. met de driemaandelijksche Economische en Sociale Kroniek (ook afz.), De Ned. Conjunctuur (3 mnd.), de Jaarcijfers en het Statistisch Zakboek (jaarl.), periodiek en incidenteel een reeks afzonderlijke publicaties Verzorgd, die, voorzoover van belang, in de afzonderlijke art. zijn genoemd. Ook de gemeentelijke statistische bureaux doen geregeld publicaties verschijnen. Het Centraal Kantoor voor de Statistiek in Ned. Indië publiceert een Statistisch Jaaroverzicht en verschillende Maandcijfers.

Ten behoeve van internationale overeenstemming der S. zijn verschillende congressen gehouden (het eerste op initiatief van Quetelet te Brussel in 1853). Een Institut International de Statistique is sinds 1907 te den Haag gevestigd (Bulletin d’Inst. Int. de Stat), waaraan verbonden het Office Permanent (Répertoire int. des institutions statistiques en Revue trimestrielle). Belangrijke int. statistische bureaux zijn verder verbonden aan de Volkenbond (Bulletin mensuel de statistique en A.S.) en aan het Int. Arbeidsbureau e. In 1928 is te Genève een conventie gesloten betreffende de economische S., waarbij 42 staten zijn aangesloten; ter uitvoering hiervan is een Comité d’experts statisticiens benoemd.

Lit.: F. Zahn, Statistik, H. d. S. ; id., 50 Années d'institut Int. de Statistique ; C. A. Verrijn Stuart, Inleiding: tot de beoefening der statistiek, 2de 1928 ; J. Tinbergen, Grondproblemen der theoretische statistiek, 1936 ; J.

H. van Zanten, Leerboek der statistische methode, 3de 1938 ; O. Bakker, Statistiek, 2de 1939 ; Jaarverslag G. B.S. ; id. Centr. Comm. v. d. Statistiek.