Economische encyclopedie

D.C. van der Poel (1940)

Gepubliceerd op 21-01-2020

Reclame

betekenis & definitie

is inhaerent aan een behoeftenbevrediging, waarbij onafhankelijke subjecten in onderlinge concurrentie, ieder voor zich een zoo groot mogelijk deel van het afzetgebied trachten te bestrijken. Hierbij is te onderscheiden tusschen individueele- en collectieve R., de laatste uitgaande van een groep belanghebbenden, bijv. de gezamenlijke producenten van een bepaald artikel), zonder voorkeur voor één hunner.

Voor een geslaagde R -campagne is kennis van alle factoren die het welslagen beïnvloeden noodzakelijk, niet slechts van de techniek der R. en haar psychologische mogelijkheden, maar ook van de objectieve mogelijkheden van het resultaat. De R. immers kan wel de subjectieve wil tot koopen beïnvloeden (eventueel ten koste van anderen) maar niet de objectieve mogelijkheid.

De vraag in hoeverre de zeer hooge kosten der R. bedrijfseconomisch zoowel als maatschappelijk rendeeren, is moeilijk met eenige nauwkeurigheid te beantwoorden, daar de invloed van de R. in vele gevallen moeilijk van alle andere factoren is te isoleeren.

Nut heeft de R. inzooverre deze door vergrooting van de afzet de mogelijkheid schept tot goedkoopere voortbrenging; gevaar brengt zij mede door het stimuleeren van de behoeften boven de draagkracht en door misleiding. Om deze laatste zooveel mogelijk tegen te gaan, is in Ned. R. door middel van advertenties voor geneesmiddelen en geneesmethoden met vrijwillige medewerking der bladen gebonden aan goedkeuring van de Commissie van controle op de aanprijzing van geneesmiddelen. Bovendien waakt de Uitvoerende Raad voor het advertentiewezen, ingesteld door de Ver. De Ned. Dagbladpers en de Ver. van Erkende Advertentiebureaux, in het algemeen tegen misbruik. Het Genootschap voor Reclame te Amsterdam behartigt de belangen der R. in het algemeen.

In een gebonden economie zal R. een geheel ander karakter hebben, voorzoover deze ook dan nog wordt toegepast om leiding te geven aan de behoeften in het algemeen belang.

Lit.: V. Mataja, Die Reklame, 2de 191&; id. Reklame, H. d. S.