Economische encyclopedie

D.C. van der Poel (1940)

Gepubliceerd op 21-01-2020

Ondernemerswinst

betekenis & definitie

Eén van de vier deelen, waarin het maatschappelijk inkomen in de kapitalistische maatschappij uiteenvalt; bedrijfsoverschot na betaling van de arbeidsloonen, grondrente (pacht), kapitaalrente en de normale afschrijvingen, die bedrijfseconomisch tot de kosten behooren. De O. in de ruimste beteekenis omvat de belooning voor het samenbrengen van de productiefactoren, rente en risicopremie voor het daarbij toegepaste (eigen) kapitaal en eventueele uit een monopolieverhouding in feite bestaand in elk bedrijf dat onder gunstiger omstandigheden werkt dan het marginale voortkomende extra-winst (producers’ rent, quasi-rente).

Een zuiverder onderscheiding beschouwt deze laatste afzonderlijk als ondernemers-premie, hetzij op grond van bedrijfs-economisch inzicht, hetzij op grond van buiten de onderneming als zoodanig liggende oorzaken, en onderscheidt daarnaast ondernemersloon en rente.

Ondernemersloon vormt de betaling voor de arbeidsprestatie van den medewerkenden ondernemer en kan bij delegatie van de ondernemersfunctie ook gescheiden zijn van het bezit der productiemiddelen, zooals in de vorm van salaris en tantième bij de aangestelde directie der N.V. De ondememerspremie vindt daarbij haar uitdrukking in het dividend voorzoover dit hooger is dan de onder de gegeven omstandigheden normale rente en in extra afschrijving en reserveering, die aan de aandeelhouders in de vorm van versterking van de intrinsieke waarde der onderneming en eventueel latere extra uitkeering ten goede komen.

De zelfstandige ondernemer, die met eigen kapitaal werkt, zou een boekhoudkundige scheiding moeten maken tusschen ondernemersloon, normale rente van eigen geïnvesteerd kapitaal en werkelijke winst.

De oorspronkelijk zeer verschillende O. in verschillende bedrijven en bedrijfstakken wordt genivelleerd doordat winst boven het gemiddelde, kapitaal en arbeid aantrekt, terwijl winst onder het gemiddelde, kapitaal en arbeid afstoot, zij het ook met meer of minder wrijvingsweerstand. Een „wet van de dalende winstvoet” is oorspronkelijk door Ricardo en Marx opgesteld (door den laatste op grond van de tendens tot relatieve toeneming van het constante kapitaal). Zie in dit verband ook J. M. Keynes, The general theory of employment, interest and money.

Lit.: Engländer, Unternehmergewinn, H. d. S.; K. Diehl, Unternehmergewinn, W. d. V.; K. Diehl und P, Mombert, Ausgewählte Lesestücke zum Studium der politischen Oekonomie VIII, 1913. ^ Ook Inkomen.