Economische encyclopedie

D.C. van der Poel (1940)

Gepubliceerd op 21-01-2020

Naamlooze Vennootschap (N.V.)

betekenis & definitie

De N.V. is een vereeniging van kapitaal van verschillende deelnemers (aandeelhouders) die slechts voor het bedrag van hun aandeel ←, dus niet persoonlijk aansprakelijk zijn. Bij niet volgestorte aandeelen kan in dit verband ook slechts tot volstorting worden verplicht.

De aandeelhouders nemen bij deze vorm van vennootschap niet met hun volle vermogen deel, veelal met zeer kleine bedragen. Ook de groote aandeelhouders zijn meestal bij verschillende, vaak zeer uiteenloopende N.V.’s betrokken.

De N.V. maakt eenerzijds concentratie van vele kleine kapitalen tot één groot geheel, anderzijds vergaande decentralisatie van het persoonlijk bezit mogelijk. Daar de aandeelen, die niet aflosbaar zijn voorzoover deze aan toonder luiden gemakkelijk kunnen worden verhandeld, is een vast kapitaal met wisselende eigenaars het kenmerk der N.V., waardoor de band tusschen eigenaars en onderneming in de meeste gevallen (behalve bij de meer constante groote aandeelhouders, wier kapitaal a.h.w. de kern van de N.V. vormt) zeer los is. „De deelneming wordt zuiver economisch geobjectiveerd en neemt ten slotte een warenkarakter aan” (E.

Steinitzer, G. d. S.

IV, I, 6).De meeste kleinere aandeelhouders maken van hun recht tot bijwoning van de jaarlijksche vergadering van aandeelhouders, die de hoogste macht in de N.V. vormt, en tot het uitoefenen van hun stemrecht bij daar te nemen besluiten en verkiezing van het bestuur dan ook geen gebruik. Invloed op de leiding, die in handen is van de directie, al dan niet bijgestaan of gecontroleerd door commissarissen, wordt meestal alleen uitgeoefend door de groote aandeelhouders, eventueel belanghebbende banken (als aandeelhouders of vertegenwoordigers van aandeelhouders, ook al heeft de houder van aandeelen in depot of onderpand geen stemrecht) en eventueele holding companies en trustees. In vele gevallen overwegen de belangen van de groote aandeelhouders, waar deze met die van de kleine aandeelhouders in botsing komen, bijv. bij de verdeeling van de winst, waarbij de groote aandeelhouders vaak meer waarde hechten aan versterking van de reserve door onverdeelde winst, terwijl de kleine aandeelhouders de voorkeur geven aan uitkeering van dividend (conservatieve contra liberale dividendpolitiek). Bovendien wordt deze tendens soms nog versterkt door uitgifte van meerdere soorten aandeelen, met meervoudig stemrecht voor een bepaalde serie, die dan in handen van de engere belanghebbenden blijft.

Het is voor direct bij de onderneming betrokken bestuursleden en commissarissen in vele gevallen mogelijk belangrijke voordeelen te trekken uit de door hun functie verkregen voorwetenschap omtrent de gang van zaken en de in verband daarmede mogelijke aanen verkoop van de betreffende aandeelen vóór de gegevens over de gang van zaken, die koersstijging of daling tengevolge hebben, bekend worden.

Voor regelmatige uitkeering van dividend, ook in minder gunstige jaren, wordt veelal naast de stotuaire reserve een afzonderlijke dividendreserve gevormd. Extrawinsten kunnen om een regelmatige, niet te zeer wisselende, jaarlijksche uitkeering te handhaven, voorzoover zij niet aan deze reserve ten goede komen, worden uitgekeerd als bonus (extra-uitkeering) in geld of door uitgifte van nieuwe aandeelen aan de aandeelhouders, gratis of beneden beurskoers. In het laatste geval gaat de uitkeering met een werkelijke vergrooting van kapitaal, zij het beneden de nominale waarde, gepaard. Het dividend wordt jaarlijks vastgesteld, er kan echter een deel als interim dividend vooruit worden betaald, waarop dan een slotdividend, eventueel nog een extra dividend, volgt. Door het geven van een stockdividend (gedeelte van een nieuw aandeel) kan de winst in kapitaal van de N.V. worden omgezet. Op den duur kan dit echter evenals herhaalde uitgifte van aandeelen aan de aandeelhouders onder de werkelijke waarde tot kapitaalverwatering ← leiden.

Kapitaalverhooging geschiedt gewoonlijk door uitgifte van nieuwe aandeelen, waarbij als regel de oude aandeelhouders recht van voorkeur genieten. Reeds bij de oprichting kan het statuaire (maatschappelijk) kapitaal grooter zijn dan het geplaatste, door het houden van aandeelen in portefeuille, welke later kunnen worden geplaatst. Kapitaalverlaging kan worden verkregen door inkoop en vernietiging van eigen aandeelen, afschrijving van de nominale waarde der aandeelen of terugstorting op aandeelen. In het eerste geval als consolidatie van verlies, in het laatste indien voor liquide kapitaal geen loonend emplooi binnen het gebied van de onderneming is te vinden.

Als voorbeeld voor de omvang welke voor de N.V. mogelijk is kan o.a. gewezen worden op de N.V. Kon. Ned. Maatschappij tot Exploitatie van Petroleumbronnen in Ned. Indië (Kon. Petroleum), welke in 1939 een kapitaal had van ƒ 1000 millioen, verdeeld in 1.500.000 4 % pref. aandeelen op naam en 998.500.000 gewone aandeelen aan toonder, waarvan geplaatst en volgestort, behalve de preferente aandeelen, nominaal ruim ƒ 503.624.000. De gewone aandeelen hebben een internationale markt.

In tegenstelling hiertoe staan de zgn. familie-vennootschappen, die een min of meer besloten karakter dragen (beperkte kring aandeelhouders) en meestal omzetting zijn van een bestaande persoonlijke onderneming in de juridische vorm der N.V. Dat ook hierbij soms een groote omvang mogelijk is toont de „familie-vennootschap” Friedrich Krupp A. G. Tusschen verschillende N.V.’s treedt in vele gevallen een sterke onderlinge vervlechting op door het zitting hebben van de zelfde personen in meerdere directies en commissariaten.

De N.V. heeft rechtspersoonlijkheid. De oprichting is in Ned. gebonden aan een verklaring van geen bezwaar van den Minister van Justitie op de notariëele acte. Wettelijke regeling beschermt de belangen van aandeelhouders en schuldeischers, o.a. door de eisch van openbaarmaking van de acte van oprichting en openbare inzage van de jaarlijksche balans en winst- en verliesrekening van N.V.’s met meer dan nominaal ƒ 50.000 aandeelen aan toonder of met obligaties aan toonder. Ook kan de rechtbank op verzoek van aandeelhouders onder bepaalde voorwaarden een enquête naar het beleid en de gang van zaken der N.V. doen instellen. Door overname en wijziging van de statuten van een nog bestaande, maar niet meer werkende, zgn. leege N.V. is het mogelijk de formaliteiten en kosten van oprichting te ontgaan.

In Duitschland is de laatste jaren een tendens merkbaar om het „naamlooze” kapitaal te beperken, door vastelling van een minimum kapitaal voor nieuw op te richten N.V.’s op 500 000 R.M., terwijl bestaande N.V.’s met een kapitaal van minder dan 100 000 R.M. moeten liquideeren of haar kapitaal verhoogen. Daarnaast zijn niet „naamlooze” vennootschappen waarvan dus de kapitaalverstrekkers bekend zijn bij de belastingheffing bevoordeeld. Tengevolge van deze maatregelen verminderde het aantal Aktiengesellschaften van rond 8 000 in 1935 tot 5 500 in 1938, het aantal Gesellschaften mit beschränkter Haftung (besloten N.V.’s) van 39 000 tot 25 600, terwijl het aantal commanditaire vennootschappen steeg van rond 7 000 tot ruim 13 000.

Wet: W. v. K. art. 36-56 en aanv.

Lit.: R. Passow, Die Aktiengesellschaft, 2de 1922; id., Aktiengesellschaften, H. d. S.: R. Liefmann Die Unternehmungsformen, 1928; F. Schoepp, De naamlooze vennootschap en haar aandeelhouders, 1939; H. F.

A. Völlmar, De nieuwe wet op de N.V., 5de 1933; Van Oss’ Effectenboek, vermeldt alle gegevens der N.V.’s waarvan aandeelen en obligaties in Ned. ter beurze worden verhandeld, Jaarlijks.