Economische encyclopedie

D.C. van der Poel (1940)

Gepubliceerd op 21-01-2020

Loterij

betekenis & definitie

is een kansspel, waarbij de mogelijkheid bestaat een voordeel (prijs) hetzij in geld of goederen te verkrijgen dat ver boven de inzet (kosten van het lot) uitgaat. In de meeste gevallen staat een geringere kans op een relatief groote winst tegenover een grootere kans op een relatief gering verlies, dat maximaal tot de kosten van het lot is begrensd.

Bij de L. vindt een verschuiving van bezit plaats tusschen de gezamenlijke deelnemers, in die zin dat enkelen op kosten van velen een min of meer belangrijk voordeel genieten.De organisator van de L. kan zijn belooning vinden hetzij in de berekende administratiekosten, hetzij in een verschil tusschen de opbrengst der gezamenlijke loten en de gezamenlijke uit te keeren prijzen, zonder direct verband met de daarvoor gemaakte kosten. Bij de Ned. Staatsloterij bestaat het voordeel voor de staat uit een korting op de uitgekeerde prijzen. Daar door onoverzichtelijkheid omtrent het aantal loten en het bedrag der prijzen gemakkelijk bedrog wat betreft de werkelijke winstkansen kan bestaan, is de L. in de meeste landen bij de wet geregeld en elke L. aan vergunning onderworpen. Tegen het voordeel trekken uit kansspel door de staat wordt door velen uit ethische motieven bezwaar gemaakt. Hiertegenover wordt door de verdedigers der Staatsloterij gesteld dat hierdoor aan een eenmaal toch aanwezige speeldrang een zoo eerlijk mogelijke kans wordt geboden.

Wet: Loterijwet 1905; voorschr. betr. geoorloofde L., K.B. 21 Sept. 1928.

Lit.: E. H. Vogel, Lotterie und L.-Besteuerung, H. d. S.