Economische encyclopedie

D.C. van der Poel (1940)

Gepubliceerd op 21-01-2020

I II III IV V VI VII VIII VI X

betekenis & definitie

10

9 9
8 8 8
7 7 7 7
6 6 6 6 6
5 5 5 5 5 5
4 4 4 4 4 4 4
3 3 3 3 3 3 3 3
2 2 2 2 2 2 2 2 2
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1

De cijfers I X duiden de verschillende behoeften aan, naar de plaats welke zij in het bewustzijn van een economisch subject innemen, waarbij I de sterkst gevoelde is; de cijfers 0-10 geven de waarde aan welke aan opeenvolgende bevrediging van die verschillende behoeften wordt toegekend. Van boven naar beneden zien wij voor elke behoefte de afnemende lust bij voortgezette bevrediging (Iste wet), terwijl indien de bevrediging, op welk punt dan ook, volgens de horizontale lijn wordt afgebroken, volgens de Ilde wet van G. wordt gehandeld. Von Böhm-Bawerk heeft in zijn Positive Theorie des Kapitals de verticale reeksen van dit schema, meer in overeenstemming met de werkelijkheid, zoo gewijzigd, dat bij bevrediging van elk der verschillende behoeften het lustgevoel niet in de zelfde mate afneemt (bij sommige genotmiddelen enz. neemt het in werkelijkheid aanvankelijk zelfs toe).

Lit.: H. H. Gossen, Entwicklung der Gesetze des menschlichen Verkehrs und daraus flieszenden Regeln für menschliches Handeln, 1854; W. S. Jevons, Theory of political economy, 1879 (voorrede) ; L. Walras, Un économiste inconnu, Journal des économistes 1885; C.

Menger, Grundsätze der Volkswirtschaftslehre 1871; C. A. Verrijn Stuart, De wetenschap der Volkshuishoudkunde en de Grondslagen der Volkshuishouding, 4de 1939 (Hoofdst. II § 2).