1818-88, legde de grondslag voor de coöperatieve boerenleenbanken ← („Raiffeisenbanken”), toen hij als burgemeester in verschillende dorpen in West-Duitschland de moeilijkheden van de landelijke bevolking door gebrekkige organisatie van het landelijke crediet leerde kennen.
Bibliografie: Die Darlehnskassenvereine als Mittel zur Abhilfe der Not der ländlichen Bevölkerung, 1866.