In de meest gebruikelijke beteekenis grond in staatseigendom. Terwijl de beteekenis van de, in de meeste gevallen verpachte, D. voor de staatsinkomsten met de ontwikkeling van het belastingstelsel sterk is verminderd, hebben zij voornamelijk nog beteekenis als staatsbosschen.
Een belangrijke uitbreiding verkregen de D. in Ned. door de drooglegging van de Zuiderzee. De vraag of de hierdoor verkregen gronden ook in de toekomst D. zullen blijven is nog niet beslist.
De D. staan in Ned. onder beheer van de Dep. van Financiën en Economische zaken. Landbouwtechnisch staan zij onder de Directie van den Landbouw en wat betreft de bosschen onder het Staatsboschbeheer.
De directie van de Wieringermeer resorteert onder het Dep. van Waterstaat. Doode hand.
Onder vermogen in de D. wordt in de ruimste zin verstaan elk bezit van rechtspersonen, (stichtingen, enz.), waarbij geen vererving plaats vindt. In verband met het feit dat dit bezit daardoor niet door successie wordt getroffen, is hierop in 1934 een afzonderlijke belasting ingesteld, met uitzondering van publiekrechtelijke lichamen of bij de wet ingestelde rechtspersonen, instellingen van weldadigheid volgens art. 2/la van de armenwet en de Carnegie-stichting (Vredespaleis), Bedrag van het belastingplichtige zuiver vermogen in de D. (boven ƒ11.000) 1936 ƒ 811.936.000.Wet.: Wet op de belasting van de Doode Hand 1934.
