Economische encyclopedie

D.C. van der Poel (1940)

Gepubliceerd op 21-01-2020

Devaluatie, Devalvatie

betekenis & definitie

Waardevermindering van het geld in verhouding tot het goud; in tegenstelling tot inflatie als bewuste maatregel. Ook consolidatie van in feite reeds plaats gehad hebbende depreciatie, door vaststellen van een nieuwe goudbasis.

D. kan onvermijdelijk zijn, indien door de omvang van verplichtingen aan het buitenland (een voortdurend passieve betalingsbalans) de wisselkoers niet op de oude pariteit is te handhaven, of geheel vrijwillig, om door prijsdaling van de binnenlandsche producten in vreemde munt het concurrentievermogen op de wereldmarkt te verhoogen en vorderingen in vreemde valuta uit hoofde van goederen en diensten waarvan de prijs op de wereldmarkt wordt bepaald in het binnenland in waarde te doen stijgen. D. wijzigt in de eerste plaats de ruilverhouding met het buitenland, voorzoover daar geen D. in de zelfde mate plaats vindt, daar bij overigens nominaal gelijke prijzen de ingevoerde goederen evenredig aan het percentage der D. in prijs stijgen, de uitgevoerde goederen in het buitenland in prijs dalen. (Bij gelijktijdige D. tot een gelijk percentage in alle landen zou geen wijziging intreden). In het binnenland is de invloed tweeërlei: eenerzijds een prijsstijging in verhouding tot de in verschillende goederen verwerkte buitenlandsche grondstoffen, enz., die in dit verband dus zeer verschillend zal zijn, waardoor de onderlinge ruilverhouding der goederen wordt gewijzigd, maar aanvankelijk vrijwel steeds geringer dan het percentage der D. Anderzijds, in verband met de evenredig aan de totale prijsstijging gedaalde koopkracht van het geld, wijziging in de waardeverhouding van schulden en vorderingen die vóór de D. zy'n ontstaan, waardoor alle nominaal niet gewijzigde lasten: terugbetaling van schulden, huren, rente, pensioenen, enz. in waarde (koopkracht) verminderen. D. bevoordeelt hierdoor de exporteurs ten koste van de binnenlandsche consumenten, de schuldenaren ten koste van de schuldeischers (inclusief gepensionneerden, enz.). In verband hiermede is van verschillende zijden tijdens de crisis en depressie een sterke propaganda gevoerd voor D. als middel tot herstel van het bedrijfsleven, daar hierdoor in de eerste plaats de vaste lasten, en, zoolang geen loonsverhooging plaats vindt, de loonen relatief dalen. De koersen van de buitenlandsche obligaties zullen, evenals die van buitenlandsche valuta, evenredig met het percentage der D. stijgen, die der aandeelen evenredig met de verwachte directe- en indirecte voordeelen. (* Aandeel-grafiek); wat betreft de eerste als vertegenwoordigers van goederen (productiemiddelen, voorraden, enz.), wat de tweede betreft in verband met toenemende winstkansen. Over de werkelijke invloed van D. op den duur bestaat onzekerheid, daar de verbeterde concurrentiemogelijkheid op de wereldmarkt door D. elders, zoowel als door invoerverboden, contingenteering en verhoogde invoerrechten in de importlanden teniet kan worden gedaan. Een moeilijkheid bij de beoordeeling van de invloed is daarbij dat het vaak ondoenlijk is bepaalde factoren in casu D. uit het geheele complex van invloeden te isoleeren, zooals duidelijk blijkt uit de grafiek van de handelsbeweging en bedrijvigheid in Engeland, waarop 3 verschillende factoren die op de handelsbeweging hebben ingewerkt zijn aangegeven: 21.9.’31 devaluatie; 4.2.’32 tarief van invoerrechten in het Lagerhuis aangenomen, waardoor Engeland van vrijhandel tot protectie overging; Aug. ’32 conferentie van Ottawa, waarop een nauwere economische aaneensluiting van het moederland en de dominions tot stand kwam, gepaard met protectie naar buiten.

De Duitsche valuta bleef officiéél op pari, daarnaast worden echter voor verschillende doeleinden Marken tegen lagere koers in het vrije verkeer verhandeld.

De meeste landen hebben zich in zooverre bij de voornaamste valuta’s: ponden en dollars, aangesloten, dat zij de schommelingen van de buitenlandsche wisselkoers binnen enge grenzen met de betreffende valuta houden.

In Ned. is op 17 Sept. 1936 de gouden standaard losgelaten, met het resultaat dat een depreciatie van de gulden van 18-22 % is ingetreden, zonder dat een nieuwe goudbasis is vastgesteld. Wel echter is door middel van een egalisatiefonds ← ongecontroleerde fluctuatie van de waarde tegengegaan.

zie: Geld, Inflatie.

Lit.: Devaluatie, pro en contra, Bapport N.V.V. en S.D.A.P. 1935; Camille Gutt, Pourquoi le franc beige est tombé, 1935.