Economische encyclopedie

D.C. van der Poel (1940)

Gepubliceerd op 21-01-2020

Bestaansminimum

betekenis & definitie

Het begrip B., dat in verschillend verband in de eerste plaats in verband met vrijstelling van belasting wordt gebruikt, is weinig duidelijk begrensd en het B. is, in elke daaraan te hechten beteekenis, moeilijk vast te stellen.

Strikt fysiek is het B. de grens beneden welke instandhouding onmogelijk is, waarbij in de eerste plaats dient te worden vastgesteld of dit de enkele persoon dan wel een familie van de voor reproductie noodzakelijke om vang (zie: Bevolking: netto reproductie-cijfer) betreft. Sociaal sluit het B. een cultureel minimum op de gegeven trap van ontwikkeling in. Daarbij rijst, vooral in verband met de belasting, de vraag of hier één absolute, eventueel met plaatselijke verschillen wisselende, norm moet worden vastgesteld (zgn. proletarisch minimum) of wel het B. voor de verschillende klassen der bevolking in verband met de handhaving van hun verschillende cultureele ontwikkeling een ander is (von Wiese) of bijv. hieronder moet worden verstaan datgene wat een belastingsubject noodig heeft om het zelfde inkomen te verdienen als tot nog toe (Cohen Stuart). Hiermede is dan aan het begrip elke vaste grond nog meer ontnomen.

Practisch komt de vrijstelling van directe belasting meestal hierop neer dat inderdaad een zeer gering minimum onbelast blijft, dat min of meer is gebonden aan de grens van behoeftigheid van het subject en de belastingtechnische rentabiliteit, terwijl de indirecte belastingen met geen enkel minimum rekening houden.

Verband tusschen B. en arbeidsloon bestaat in zooverre als hierdoor een grens naar beneden voor het vrij tot stand komende loon wordt gevormd en dit begrip bij eventueele vaststelling van wettelijk minimumloon aan beteekenis wint.

< >