Economische encyclopedie

D.C. van der Poel (1940)

Gepubliceerd op 21-01-2020

Afbetaling

betekenis & definitie

Vooral in de kleinhandel toegepast systeem, waarbij het gekochte direct, al dan niet tegen betaling van een eerste termijn, in het beschikkingsrecht van den kooper overgaat, terwijl de betaling in vooraf vastgestelde termijnen volgt. In de regel worden maatregelen getroffen, waardoor de kooper eerst na betaling van de laatste termijn eigenaar wordt (eigendomsvoorbehoud) en de verkooper dus gedurende de periode van A. zijn eigendomsrecht bij wanbetaling geldend kan maken.

Een gebruikelijke vorm hiervoor is de huurkoop, in zijn oorspronkelijke beteekenis huur met de bepaling dat het gehuurde na ononderbroken betaling van een bepaalde huur in eigendom van den huurder overgaat. Hierdoor kan de kooper tot betaling van de laatste termijn zijn beschikkingsrecht juridisch slechts als huurder uitoefenen.A. maakt het mogelijk duurdere voorwerpen, met eenige verhooging voor de kosten (rente en risico) geleidelijk uit het inkomen te betalen, met direct beschikkingsrecht, zoodat feitelijk achteraf en dan gedwongen gespaard wordt. Van sociaal nut is A. vooral als de aanschaffing productieve of duurzame goederen betreft en de betalingstermijnen de draagkracht van de betrokkenen niet te boven gaan, in de eerste plaats dus voor personen met een vast inkomen, die daardoor zekerheid hebben steeds aan hun verplichtingen te kunnen voldoen. Bovendien kan door aanschaffing van productieve goederen het inkomen stijgen. Dit laatste is o.a. het geval bij koop op A. van naaimachine, auto, landbouwwerktuigen, enz. voor beroep of bedrijf, waarbij dit stelsel veel toepassing heeft gevonden. Ook is A. in ruime mate toegepast bij aankoop van piano’s, rijwielen, stofzuigers, radio’s, koelkasten, huisraad en kleeding. Gas- en electrische apparaten worden in vele gevallen ook door gemeentelijke instellingen op A. geleverd.

In Amerika heeft A. een groote omvang aangenomen. 59% van de automobielen werden op A. verkocht, terwijl de suggestieve reclame der afbetalingsmagazijnen al te lichtzinnige „huwelijken op A.” in de hand heeft gewerkt, waardoor vaak een te groot deel van het inkomen op grond van de aangegane verplichtingen wegvloeit met als voortdurende dreiging het weghalen van het huisraad bij ingebreke blijven. Een groot gevaar is A. in handen van een ten koste van alle middelen naar afzet strevende handel, die door zijn colporteurs onnoodige of boven de draagkracht van den kooper gaande goederen laat aanpraten, met de zekerheid deze bij ingebreke blijven, ook na betaling van vele termijnen, te kunnen laten weghalen. Het gevolg hiervan is dat verduistering door verkoop of beleening van de al te gemakkelijk in huurkoop verkregen goederen in de hand wordt gewerkt.

Toepassing van A. op groote schaal heeft aanleiding gegeven tot het ontstaan van onafhankelijke of met den leverancier op A. verbonden financierings-instellingen („disconteeringsbanken”), die hetzij de geheele A. van den verkooper overnemen, hetzij hem gedurende de termijn van A. crediet verleenen. Zoo hebben in Amerika verschillende groote automobielfabrieken hun eigen financieringsmaatschappij voor A. In Ned. heeft het systeem der zelfstandige financieringsmaatschappijen geleid tot de débâcle van de Industriëele Disconto Maatschappij en van de Hollandsche Disconteeringsbank.

A. heeft stellig in vele gevallen de afzet van bepaalde artikelen kunnen bevorderen, hoewel hierdoor natuurlijk ook verschuiving van koopkracht plaats heeft. Groote loopende verplichtingen van personen zonder zeker, vast inkomen kunnen bij crisis tot ineenstorting van het systeem leiden. Ter voorkoming van misstanden en misbruiken in verband met A. is in Ned. (later dan in de meeste andere landen) één en ander bij de wet geregeld. Volgens de Wet op het afbetalingsbedrijf 1936 wordt vergunning vereischt voor de uitoefening van het beroep of bedrijf van klein verkooper op A. of afbetalingscolporteur, terwijl tegelijkertijd een regeling der A. in het B.W. zesde afd. art. 1576 is ingevoegd. (Wet van 23 April 1936 tot wettelijke regeling van de overeenkomst van koop en verkoop op afbetaling).

Lit.: E. D. van Walree, Het afbetalingsstelsel, rapport aan de K. v. K. voor Amsterdam, 1929.