1. Paff: paf, knal; trek, haal (bij ’t roken).
2. paff: paf, versteld, verbluft.
Gepubliceerd op 05-09-2022
betekenis & definitie
1. Paff: paf, knal; trek, haal (bij ’t roken).
2. paff: paf, versteld, verbluft.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: