Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Gepubliceerd op 05-09-2022

Abend

betekenis & definitie

avond; het Westen; avond(je), soiree; abends, ’s avonds; heute abend, diesen Abend, vanavond; zu Abend essen, het avondeten gebruiken; souperen; es ist noch nicht aller Tage Abend, men moet geen hei! roepen, voor men over de brug is; der Heilige Abend, de avond of dag voor Kerstmis.

< >