In talrijke rode en sommige witte wijnen kan men tijdens hun rijpingsperiode veelvuldig de vorming van een depot of bezinksel waarnemen. In witte wijnen betreft het doorgaans kleine, kleurloze kristalletjes wijnsteen, smaakloos en ongevaarlijk, terwijl het depot van rode wijnen meestal een bitter looizuur en pigment bevat, dat in de fles dient achter te blijven.
Oude rode wijnen van klasse, die nogal eens een flink depot hebben, worden dan ook gedecanteerd, zodat de wijn van het op de bodem van de fles neergeslagen bezinksel wordt gescheiden. Dat is ook de reden dat bepaalde rode kwaliteitswijnen, zoals de Bordeaux- en Bourgognewijnen, in flessen zitten met een ‘ziel’, waardoor het depot gemakkelijker van de wijn te scheiden is.