Dr. Chris Schriks

Uitgever-drukker, auteur, historicus

Gepubliceerd op 03-11-2016

‘De Langste Dag’

betekenis & definitie

De Langste Dag is een gezelschap in de boekenwereld uit de negentiende eeuw dat werd opgericht toen aan de ruzies over de nadruk en illegale vertalingen een einde kwam. Drie decennia was Frederik Muller tegen zijn vakgenoten tekeergegaan, maar tijdens zijn laatste levensjaren keerde de rust in het boekenvak terug.

Muller had de strijdbijl begraven, maar miste zijn vakbroeders. Op hun beurt hadden zij hem zijn onstuimige reacties vergeven in het besef dat veel van zijn opvattingen niet meer genegeerd konden worden. Met weemoed keek hij terug op een veelbewogen periode.

In 1877 was hij een van de founding fathers van ‘De Langste Dag’. Het idee kwam van Arie Kruseman die het betreurde dat de veteranen, die zoveel in het boekenvak hadden meegemaakt, elkaar nog maar ‘hoogstzeldzaam’ zagen.

Het elftal dat in 1877 bijeenkwam, bestond uit vakgenoten die een dominante rol hadden gespeeld in de Vereeniging. Achter de felheid waarmee zij elkaar hadden bestreden, hadden zij de betrekkelijkheid van hun opvattingen beseft en ontdekt dat zij, door hun verknochtheid aan het boekenvak, het niet zonder elkaars vriendschap konden stellen.

De Langste Dag is een gezelschap van ‘coryfeeën’ uit het boekenvak dat eenmaal per jaar op de ‘langste dag’ bij elkaar komt. Of een boekverkoper of uitgever wordt toegelaten, wordt bepaald door zijn of haar betrokkenheid met het boekenvak, door bestuurlijke activiteiten en door collegialiteit.

Het gezelschap bestaat sinds lang uit twee ‘kamers’, een van twaalf personen die nog werkzaam zijn en maximaal vierentwintig die ‘in ruste’ zijn, al moet dat woord niet letterlijk worden genomen. Dat het om een bijzonder gezelschap gaat, blijkt uit het feit dat er van 1878 tot 2016 niet meer dan 150 uitgevers en boekverkopers lid van waren of zijn. Dat komt omdat het lidmaatschap tot de dood geldt.