Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen (2010)

Gepubliceerd op 23-02-2017

verloskundige (‘vlos’)

betekenis & definitie

Een persoon met een officieel diploma om vrouwen tijdens de zwangerschap te begeleiden en bij de bevalling te helpen.

Een verloskundige is vaak een vrouw, maar er zijn ook mannen met dit beroep, dat eigenlijk zo oud als de mensheid is. Vaak hebben mensen het over een ‘vroedvrouw’ of ‘vlos’, de snelle en dus moderne manier om ‘verloskundige’ te zeggen. De verloskundige let op dat tijdens de zwangerschap alles in de buik van de vrouw goed en natuurlijk verloopt. Bij een normale zwangerschap komen wel eens minder ernstige klachten voor, zoals bloedarmoede en maagklachten. De verloskundige mag die klachten zelf in de gaten houden. Wanneer er een medisch probleem ontstaat dat de verloskundige niet goed kan beoordelen of behandelen, zoals hoge bloeddruk, moet de zwangere vrouw naar de gynaecoloog (vrouwenarts).

‘Vroed’ is een oud woord voor ‘wijs’. Een vroedvrouw was vroeger een wijze vrouw die zwangere vrouwen raad en hulp gaf. Voor de grap zeggen mensen wel eens ‘wroetvrouw’, omdat een verloskundige ook binnen in de vagina en baarmoeder moet kijken en controleren.

Ook vroedvrouw, obstetrix. Kijk ook bij gynaecoloog.