Onderzoek van de plas (urine) zodat de dokter een ziekte kan vinden.
In het laboratorium onderzoekt de laborant dan hoeveel van een stof in de plas voorkomt. Vaak gaat het over glucose (vanwege diabetes), eiwitten (vanwege ontsteking van de nieren), creatinine (vanwege nierinsufficiëntie) en bloedcellen (vanwege ontstekingen en infecties in de urinewegen).