Junior Dokterswoordenboek

Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

Gepubliceerd op 23-02-2017

urineleider

betekenis & definitie

Een dunne buis tussen de nier en de blaas.

Je hebt twee urineleiders, uit elke nier één. Ze zorgen voor het transport van de plas (urine) naar de blaas. Aan het eind van de urineleider, bij de inmonding van de blaas, zit een soort klep (ventiel). Die zorgt dat plas vanuit de blaas niet naar de nier kan terugstromen, bijvoorbeeld wanneer je plat ligt. Normaal gesproken is de urineleider overal even wijd. Maar hij kan vernauwd zijn door een verstopping. Dan kan de plas niet verder. Vaak is de urineleider verstopt door een steen die klem zit. De plas kan er niet langs en hoopt zich op in de nier. Die gaat daardoor uitzetten en loopt schade op. Soms wordt de urineleider vanbuiten dichtgedrukt, bijvoorbeeld door een kankergezwel ertegenaan.

Ook ureter. Kijk ook bij plasbuis, plas.