Aandoeningen die vooral horen bij gebieden met een tropisch en subtropisch klimaat.
Meestal zijn het infectieziektes met virussen, bacteriën, schimmels en parasieten die alleen leven in dieren die in tropische streken voorkomen. Zo komt malaria, dat je krijgt door een steek van de malariamug die met een parasiet besmet is, (nog) niet in Nederland voor. De zoetwaterslak die een tussengastheer voor bilharzia is, leeft alleen in warm water in tropische en subtropische gebieden. Soms hangt een tropische ziekte samen met slechte hygiënische omstandigheden. Die komen veel meer voor in arme landen dan in het rijke Nederland. Voorbeelden van zulke ziektes zijn buiktyfus en cholera.
Door de klimaatverandering wordt het langzaam warmer in Nederland. Het lijkt erop dat sommige ziektes uit de (sub)tropen, zoals malaria, zich daardoor in Nederland kunnen ‘nestelen’. Die ziekte kwam vroeger al voor in moerasstreken in Italië, helemaal niet zo ver weg. Ook worden sommige ziekteverwekkers, zoals de tijgermug, Nederland ingevoerd door vrachtboten en vrachtvliegtuigen. Zo is de ziekte dengue (knokkelkoorts) door tijgermuggen in kamerplanten uit China in Nederland terechtgekomen.
