Acute infectieziekte die je na een verwonding krijgt door besmetting met tetanusbacteriën (uitspraak: TEE-taa-nus).
Deze bacterie heet officieel Clostridium tetani oftewel tetanusbacil. Tetanusbacteriën komen het lichaam meestal binnen via een wond, bijvoorbeeld door een val op je knie op straat. Door tetanusbacteriën krijg je geen plaatselijke ontsteking, maar algemene verschijnselen. Ze maken een sterk gif, dat door de zenuwvezels naar de hersenen gaat. Je krijgt dan pijnlijke krampaanvallen in de skeletspieren, meestal eerst in je kaakspieren (kaakklem).
Als ook de ademhalingsspieren verkrampen, kun je daaraan doodgaan. Kinderen worden tegen tetanus ingeënt. De ‘t’ in het dktp-vaccin staat voor ‘tetanus’. Die bescherming werkt ongeveer tien jaar lang. Vandaar dat mensen die op straat een vieze wond oplopen altijd van de huisarts of in het ziekenhuis een ‘tetanusprik’ krijgen. De kans dat je op tetanus oploopt, is trouwens niet meer zo groot als vroeger, toen er nog paarden door de straat liepen en overal paardenvijgen (drollen van paarden) lagen.
