Seksueel overdraagbare infectieziekte door besmetting met de syfilisbacterie (Treponema pallidum) (uitspraak: SIE-fie-lis).
Op de plaats waar iemand bij seks met deze bacterie is besmet, ontstaat een zweertje. Dat geneest dan vanzelf, maar de ziekte blijft. Na een poos gaat de ziekte over in een tweede stadium. Dan komen verschijnselen die bij een uitgebreide infectie horen, bijvoorbeeld allemaal vlekjes die op mazelen of rodehond lijken. Die verdwijnen ook, maar de ziekte blijft. In het derde en laatste stadium, pas na maanden of jaren, komen ernstige afwijkingen, bijvoorbeeld in het hart en de hersenen. De dokter behandelt iemand met syfilis met medicijnen tegen bacteriën (antibiotica), bijvoorbeeld penicilline. In het eerste of tweede stadium geneest zo iemand dan helemaal. Heeft iemand de ziekte laten doorsukkelen tot aan het derde stadium, dan wordt zo’n persoon erg ziek en kan de dokter meestal niets doen aan de schade in de organen.
Ruim twintig jaar geleden had generaal Idi Amin, de baas in het Afrikaanse land Oeganda, syfilis in het derde stadium. Dat was al een rare man die onverstandige dingen voor zijn land deed. Door die ziekte werd hij nog gekker en ging hij dood.
Ook lues (LUU-ès), sief. Kijk ook bij seksueel overdraagbare infectieziekte.
