Sportblessure, vooral in het been van een sporter die een sprint inzet.
Je spreekt van een ‘blessure’ wanneer lichaamsweefsel kapotgaat door iets van buiten je lichaam, bijvoorbeeld een beweging bij sport. Een spierscheur is een voorbeeld hiervan. Dit gebeurt vaak in de spieren van de kuit, de voorzijde of de achterkant van het bovenbeen. Je voelt een flinke pijnscheut. Het lijkt wel alsof met een zweep op de spier wordt geslagen, vandaar het synoniem ‘zweepslag’. Daarna kun je soms bijna niet meer lopen. Het kan ook meevallen, maar dan is de scheur waarschijnlijk minder groot. Na verloop van tijd krijg je er een zwelling of bloeduitstorting. Uiteindelijk geneest het vanzelf.
‘Een zweepslag’ is in het Engels ‘a whiplash’. In de Nederlandse taal is een whiplash een beschadiging van de rug of de nek is waarbij het ruggenmerg betrokken is.
Ook zweepslag, klapspier (in België).
