Vorm van kanker waarbij cellen in de slokdarm veel te hard in aantal groeien en schade aanrichten.
Slokdarmkanker komt vooral voor bij mensen tussen 50 en 70 jaar, iets vaker bij mannen dan bij vrouwen. Waar slokdarmkanker precies door komt, weten dokters niet. Ze weten wel waardoor de kans erop groter wordt. Die risicofactoren zijn bijvoorbeeld roken, overmatig alcoholgebruik, overgewicht, ongezonde voeding, brandend maagzuur (zuurbranden) en afwijkend slijmvlies onder in de slokdarm (‘barrettslokdarm’). Mensen met langdurige klachten van de slokdarm moeten zich af en toe laten nakijken door een maag-darm-leverarts (mdl-arts). Die kan op tijd zien of er slokdarmkanker gaat komen. De behandeling ervan is moeilijk. De dokter kan de kanker wegsnijden als die zich nog niet zichtbaar in het omliggende weefsel heeft verspreid, maar dat is een grote operatie. Anders volgt een combinatie van bestraling (radiotherapie) en chemotherapie.
Ook oesofaguscarcinoom. Kijk ook bij brandend maagzuur, slokdarm.
