Dat je in je bloed geen antistoffen tegen een ziekteverwekker hebt.
Iemand die besmet is met bijvoorbeeld hiv (aidsvirus), heeft in het begin nog geen antistoffen tegen hiv in het bloed. Die persoon wordt pas een paar weken na de besmetting seropositief (straattaal: ‘positief’, ‘poz’). Bij de meeste mensen met hiv gebeurt dit binnen drie maanden. Daarvoor ben je dus nog seronegatief, terwijl je de hiv-infectie dan wel al in je lichaam kunt hebben. Daarom wordt een hiv-test altijd twee keer gedaan, met een paar maanden ertussen. Een eerste gunstige, nog negatieve uitslag zeg dus nog niet zoveel.
Kijk ook bij aids, antistof, bloedtest, negatief, positief, seropositief.
