Periode waarin je snel groeit en seksueel volwassen wordt.
In de puberteit komen de geslachtskenmerken tot ontwikkeling en worden ze zichtbaar. De puberteit begint bij meisjes meestal tussen de leeftijd van 10 en 14 jaar en duurt drie tot vier jaar. Meisjes komen meestal een of twee jaar eerder in de puberteit dan jongens.
De eerste kenmerken van de puberteit bij meisjes is de ontwikkeling van de borsten. Kort daarna begint ook lichaamshaar onder de oksels en op en rond je geslachtsdelen te groeien. Daarna veranderen de geslachtsdelen. De binnenste schaamlippen worden groter en bij veel meisjes zichtbaar tussen de buitenste schaamlippen. De clitoris wordt groter en gevoelig voor seksuele prikkeling. Bij jongens worden de piemel (penis), balzak en de zaadballen groter. Er verschijnt haar op de benen en wat later in het gezicht (baard) en op de borst. De groei gaat snel, spieren worden groter en de stem wordt lager.
Vaak lees je ‘pubertijd’ of ‘pubertijt’, met ‘ij’, maar dat is fout. Toch is die schrijfwijze wel begrijpelijk, want het gaat om de tijd waarin je puber bent. Dat er ooit voor een korte ‘ei’ is gekozen, heeft te maken met de Franse herkomst van het woord: ‘puberté’. Die laatste ‘e’ heeft geleid tot het schrijven van ‘ei’ in plaats van ‘ij’. Het Franse woord gaat terug op het Latijnse ‘pubertas’. Dat komt van het Latijnse woord ‘pubes’. Dokters gebruiken dit woord onderling nog voor ‘schaamhaar’.
Kijk ook bij adolescentie.