Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen (2010)

Gepubliceerd op 23-02-2017

neus

betekenis & definitie

Orgaan waarmee je kunt ruiken.

De neus is een gespecialiseerd orgaan om te ruiken. Hij is ook het eerste deel van het luchtwegstelsel, daar waar lucht door het inademen het lichaam binnenstroomt. De neus bestaat uit de uitwendige neus en de neusholte, de inwendige ruimte die bekleed is met zacht weefsel en slijmvlies. Een ander woord voor de neus is in spreektaal ‘reukorgaan’. Dokters bedoelen met dat woord niet de uitwendige neus, maar weefsel binnenin dat geuren naar de hersenen doorstuurt.
Als je iemand in de ogen kijkt, moet je met je blik vlak langs de neus. Die valt je dus altijd wel op.

De vorm bepaalt al snel of je iemand mooi of lelijk vindt. Sommige mensen zijn helemaal weg van een vrouw of man met een ‘gok’, een flink grote neus. Smaken verschillen! Er bestaan wonderlijke namen voor allerlei vormen en ziektes van de neus, waarvan je sommige hier wel zult herkennen: aardappelneus, aardbeienneus, adelaarsneus, boksersneus, drankneus, druipneus, Griekse neus, haviksneus, knobbelneus, loopneus, mopsneus, papegaaiensnavelneus, snotneus en zadelneus. Een speurneus met een feestneus op, dus een detective op een feest, lijkt ons een kneus.
Medische woorden over de neus beginnen allemaal met ‘rino-’ of ‘rhino-’. De rinoceros leeft in Afrika en is gevaarlijk en groot. Zijn Nederlandse naam schiet je nu wel te binnen. Bij het trefwoord ‘bril’ lees je bijvoorbeeld het Franse woord voor ‘neus’ ergens….