Een verbinding van twee of meer atomen (uitspraak: moo-lu-KUUL).
Een atoom is het allerkleinste deeltje op aarde en daarbuiten dat nog eigen eigenschappen heeft, waardoor het van iets anders verschilt. Alle atomen bestaan uit kleinere deeltjes die wel overal in het heelal hetzelfde zijn. Bij scheikunde op school leer je alles hierover – en ook over verbindingen van atomen in ingewikkelde eiwitten, vitaminen, mineralen enzovoort. Veel van die verbindingen zijn belangrijk in de geneeskunde, want ze bepalen of ons lichaam goed werkt.
Het lichaam is namelijk één grote chemische fabriek. Gaat daarin iets fout, dan kunnen dokters vaak wel het ‘chemische’ probleem oplossen met geneesmiddelen en/of met adviezen over gezonde voeding.
In zenuwen zitten elektrisch geladen moleculen. Die kunnen ervoor zorgen dat er snel een elektrisch signaal gaat van de hersenen en het ruggenmerg naar het uiteinde van een zenuw, bijvoorbeeld de spieren in je vinger. Die spieren krijgen dan bijvoorbeeld de opdracht om te buigen.
