Junior Dokterswoordenboek

Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

Gepubliceerd op 23-02-2017

leverfalen

betekenis & definitie

Ziekte waarbij cellen van de lever zo beschadigd zijn dat de lever niet meer goed werkt.

Leverfalen kan kort duren (is dan ‘acuut’) of jarenlang duren (is dan ‘chronisch’). Acuut leverfalen komt meestal door leverontsteking (hepatitis) of door te veel medicijnen tegelijk (zoals de pijnstiller paracetamol). Langdurig leverfalen kan ook door te veel alcohol komen.

Iemand met leverfalen krijgt geelzucht, gaat gemakkelijk bloeden (zelfs bij kleine wondjes), krijgt vochtophoping in de buikholte (ascites), in armen en benen en in het gezicht. Daarna gaan de hersenen achteruit. Dat begint met verwardheid, onduidelijk spreken, sloomheid en slaperigheid.

Soms krijgen mensen stuipen of maken ze rare schokkende bewegingen bij het uitstrekken van de armen. Als leverfalen niet ophoudt, ga je eraan dood. Soms kan iemand in leven worden gehouden met een vervangende lever van een donor (levertransplantatie).