Kromming van de ruggengraat naar achteren (uitspraak: kie-FOO-zu).
Als je van opzij naar je rug zou kunnen kijken, zie je dat je ruggengraat (wervelkolom) niet zo recht als een bezemsteel is, maar drie flauwe bochten maakt. De bolle bocht, naar achteren toe, op borsthoogte tussen je schouderbladen, heet ‘kyfose’. In je onderrug en bij je nek maakt de ruggengraat een holle bocht naar binnen toe. Die bocht heet ‘lordose’. Bij sommige mensen is de bocht te scherp (hyperkyfose, hyperlordose, bochel). Daarvan kun je rugpijn krijgen. Of de bocht is niet zo groot (‘verstreken kyfose’ of ‘verstreken lordose’).
