Het niet goed herkennen van kleuren.
Kleurenblindheid komt doordat sommige cellen (kegeltjes) in het netvlies van het oog het niet goed doen. Sommige kegeltjes zien alles wat rood is, andere zien alleen maar blauw of geel. Totale kleurenblindheid (achromasie) komt weinig voor. In Nederland zijn er ongeveer 200 mensen die totaal kleurenblind zijn. Gedeeltelijke kleurenblindheid (dyschromasie) komt veel vaker voor, vooral voor de kleuren rood en groen. Dat komt heel veel voor, namelijk bij één op de twintig mannen.
Groengevoelige kegeltjes worden ook een beetje geprikkeld door rood licht. Daardoor geven ze een signaal aan je hersenen door. Mensen met een rood-groenkleurenblindheid zien daardoor alles wat in het echt rood is als groen. Hun hersenen krijgen het signaal ‘groen’ en dan denken ze bij iets roods dat ze naar iets groens kijken. Ze willen nog wel eens door een rood stoplicht rijden doordat ze dan een groen licht zien. Maar daar komen ze bij de politie niet mee weg. Die zegt: ‘U weet heus wel dat het bovenste licht ‘stoppen’ en het onderste ‘doorrijden’ betekent!’.
