Ziekte waarbij je veel last hebt van keelpijn en van pijn bij het slikken.
Keelontsteking is samen met blaasontsteking en verkoudheid (ontsteking van het neusslijmvlies) de meest voorkomende infectie. Dat is niet zo vreemd als je bedenkt dat de mond, de piemel en de vagina de openingen van je lichaam zijn waar bacteriën en virussen zo naar binnen kunnen kruipen. Die moeten door je afweersysteem worden tegengehouden, maar soms lukt het je afweer niet de ziekteverwekkers van buiten meteen op te ruimen.
De meeste keelontstekingen komen door een virus, maar er zijn ook bacteriële ontstekingen. Daar kun je behoorlijk ziek van worden. De dokter ziet dan een rode keel en gezwollen keelamandelen (tonsillen). Daar kunnen dan witte plekken op zitten. Dat heet ‘beslag’. Meestal zijn de lymfeklieren in de hals gezwollen en heb je koorts, soms fiks. Bij een virale keelontsteking hebben medicijnen tegen bacteriën (antibiotica) geen zin. Maar vaak zitten ook daar wel bacteriën bij. Die reageren wel op die medicijnen. Antibiotica geven dan dus wat verbetering, maar het verschil met ‘niets doen’ is niet zo groot. Negen van de tien keelontstekingen gaan namelijk vanzelf over. Dokters geven antibiotica liever bij echt ernstige ziektes, niet bij een keelontsteking. Een bijzondere keelontsteking is de ziekte van Pfeiffer.
Ook faryngitis (uitspraak: FAA-rin-GIE-tis). Kijk ook bij tonsillitis, amandelen.