Geneeskunst waarbij een medicijn wordt gebruikt met daarin heel weinig van een stof die in de normale hoeveelheid het verschijnsel van de behandelde ziekte zou geven (uitspraak: HOO-mee-oo-paa-TIE).
Die stof wordt in een homeopathisch medicijn zo sterk verdund, dat er bijna geen medicijn meer in zit. De homeopathie is twee eeuwen geleden in Duitsland bedacht door Christian Hahnemann. Die kwam op het idee van deze geneeskunst toen hij een beetje kinabast, de ruwe vorm van de stof kinine, innam. Hij kreeg alle verschijnselen van malaria. Kinine is juist een heel goed geneesmiddel tégen malaria!
De werkzaamheid van homeopathie is nooit wetenschappelijk bewezen. Daarom is homeopathie in ons land nog een alternatieve geneeswijze. Homeopathie heeft toch veel aanhangers, ook onder dokters, misschien wel omdat mensen het een mooie gedachte vinden ‘kwaad met het kwaad te bestrijden’.