Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen (2010)

Gepubliceerd op 23-02-2017

herseninfarct

betekenis & definitie

Afsterven van een deel van de hersenen doordat deze plotseling niet genoeg zuurstof van het bloed krijgen.

Dit kan komen door een bloedprop die in een van de hersenvaten zelf is ontstaan of die niet in het hoofd is ontstaan, maar ergens anders. Die is dan met de bloedstroom in de hersenen terechtgekomen. Zo’n prop heet een ‘hersenembolie’. Bij een hersenembolie komt de bloedprop meestal uit het hart of een halsslagader. Een herseninfarct en een hersenbloeding beschadigen allebei het hersenweefsel. De klachten lijken dan op elkaar. Aan de buitenkant kun je niet zien wat er gebeurd is. Daarom is er een ‘verzamelnaam’ voor: beroerte. Vier op de vijf beroertes komen door een herseninfarct.

De dokter kan bij een herseninfarct medicijnen geven die het stolsel oplossen. Hoe sneller, des te groter de kans dat iemand de oude wordt. Bij een hersenbloeding kan de dokter op het moment dat het gebeurt weinig doen aan de bloeding doen. Wel moeten mensen in beide gevallen intensief worden verpleegd.

Kijk ook bij beroerte.