Reddingshandeling die je doet bij iemand die niet meer kan ademen door iets in de luchtpijp (uitspraak: HAAIM-lieg-ma-NÙ-vru).
Je staat vlak achter degene die aan het stikken is, bijvoorbeeld door een stuk appel, die te gulzig is gegeten, slecht is gekauwd en in de keel is blijven steken. Het handigst is als die persoon op een stoel zit en jij erachter staat. Dan sla je je armen links en rechts om de borst van die persoon heen. Je slaat je je handen in elkaar, zodat ze samen één ‘vuist’ vormen. Die druk je snel en krachtig vlak onder de ribbenkast de buik in, een beetje naar boven. Zo pers je lucht in de buik naar boven en schiet wat in de luchtpijp is blijven steken los, de keel uit. De persoon hoest dit dan naar buiten.
Ook manoeuvre van Heimlich. Kijk ook bij verstikking.
