Het uitvoeren van levensreddende handelingen bij iemand met een hartstilstand.
Bij een hartstilstand staat het hart meestal niet stil, maar klopt het niet goed. Het trilt (kamerfibrilleren), waardoor er geen bloed met zuurstof meer wordt uitgepompt. Eigenlijk zou je dus moeten spreken van een ‘stilstand van de bloedsomloop’. Wat je bij een hartmassage doet, is met de tot een vuist gebundelde handen ritmisch (100 keer per minuut) krachtig midden op de borstkas drukken, wel pakweg vier centimeter diep. Daardoor gaat het bloed in het lichaam rondstromen. Hartmassage en beademing worden samen ook wel ‘reanimatie’ of ‘resuscitatie’ genoemd.
De meeste mensen (zelfs gespecialiseerde hulpverleners) die hartmassage geven, doen dit niet krachtig genoeg. Ze zijn bang dat ze ribben gaan breken. Dat kan best gebeuren, zeker bij oudere mensen. Maar een gebroken rib is minder erg dan doodgaan door een hartstilstand. Die rib geneest wel weer.
