Het wegvallen van elektrische prikkels van de boezems naar de kamers in het hart.
Door een hartblok kan je hart minder goed pompen. De kamers kunnen zich niet normaal samentrekken. Als er namelijk geen zenuwprikkel meer komt van de sinusknoop boven in het hart, trekken de spieren van de hartkamers zich automatisch, maar onregelmatig samen. Dat doen ze dan met ongeveer 40 in plaats van de normale 50-100 slagen per minuut. Soms krijgt iemand na een hartinfarct plotseling een hartblok.
Kijk ook bij hartkamer.
