Junior Dokterswoordenboek

Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

Gepubliceerd op 23-02-2017

genetica

betekenis & definitie

De wetenschap die zich bezighoudt met hoe ouders hun erfelijke materiaal (genen) overdragen aan hun kinderen, kleinkinderen enzovoort (uitspraak: ge-NEE-tie-kaa).

Dit vak is een onderdeel van de biologie en geneeskunde. Het houdt zich bezig met erfelijke eigenschappen: aangeboren verschillen en overeenkomsten (in uiterlijk en lichaamseigenschappen) tussen generaties die elkaar opvolgen (opa en oma van vaders of moeders kant, vader en moeder, je brusjes en jij, misschien jouw kinderen en kleinkinderen). ‘Erfelijkheidsleer’ is een beetje een ouderwets woord.

Moleculaire genetica houdt zich bezig met bestudering van de genen en het DNA. Klinische genetica houdt zich bezig met het uitrekenen van de kans dat iemand een ziekte erft en met adviezen daarover. Soms zijn mensen bang zijn dat ze een erfelijke ziekte van hun ouders hebben gekregen of dat ze die aan hun kinderen kunnen doorgeven. Dan gaan ze via de huisarts naar een klinisch geneticus. Dat is een dokter die zich in erfelijke ziektes heeft gespecialiseerd.

Ook erfelijkheidsleer. Kijk ook bij chromosoomonderzoek, erfelijk, X-chromosoom, Y-chromosoom.