Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen (2010)

Gepubliceerd op 23-02-2017

flauwvallen

betekenis & definitie

Bewusteloosheid die plotseling opkomt en maar kort duurt.

Soms wordt iemand voor het flauwvallen (een flauwte) eerst duizelig, zweterig en/of misselijk. Flauwvallen is meestal een onschuldige aandoening door een probleempje met je bloeddruk. Wanneer je staat, zakt je bloed door de zwaartekracht naar je buik en je benen. Je hart vult zich dan minder goed met bloed. De hoeveelheid bloed die het rondpompt, wordt daardoor minder. Daardoor daalt je bloeddruk en gaat er even te weinig bloed (en dus zuurstof) naar je hersenen. Zo raak je dan kort buiten bewustzijn. Als het goed is, ben je binnen een paar minuten weer ‘bij kennis’, zoals dat heet.

Ongeveer één op de drie mensen valt wel eens een keer flauw in zijn of haar leven. Bij sommige mensen gebeurt het vaker. Als je voelt aankomen dat je gaat flauwvallen, is een truc om het te voorkomen dat je gaat hurken, je je benen kruist of dat je ergens hard in knijpt. Met al deze handelingen span je je spieren en gaat zo de bloeddruk omhoog. Iemand die op een warme dag te weinig water drinkt en te weinig zout heeft gegeten, kan soms flauwvallen. Een flauwte is wat anders dan een absence. Het synoniem ‘syncope’ spreek je uit als ‘SIN-koo-pee’. In de muziek is een syncope een ‘swingend accent’ dat van het vaste ritme afwijkt (tel maar mee: 1-2-3, 1-2-3, 1-2-3, 1-2-3). Dan spreek je het woord als ‘sin-KOO-pu’ uit!

Ook syncope, flauwte. Kijk ook bij absence, bewusteloosheid.