Junior Dokterswoordenboek

Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

Gepubliceerd op 23-02-2017

fataal

betekenis & definitie

Dodelijk.

Het woord ‘fataal’ komt van het Latijnse woord ‘fatum’, dat ‘noodlot’ betekent. Het noodlot was vroeger het doel dat de oude Romeinse, Griekse en Germaanse goden (Jupiter, Zeus, Wodan, Donar enzovoort) met de mensen voorhadden. Van tevoren hadden die goden al bepaald hoe jouw leven zou gaan verlopen, hoe oud je zou worden en waaraan je zou doodgaan.

Als een ziekte ‘fataal’ verliep, was de afloop ervan dus door het noodlot bepaald. Dit verklaart de uitdrukking dat ‘iets iemand noodlottig wordt’ als die persoon aan iets doodgaat: ‘Het visgraatje werd hem noodlottig (of fataal). Hij stikte erin.’ Trouwens, met de heimlichmanoeuvre voorkom je zo’n verstikking door een visgraatje misschien wel.

Ook letaal.