Junior Dokterswoordenboek

Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

Gepubliceerd op 23-02-2017

endoscopie

betekenis & definitie

Onderzoek waarbij de dokter een buis in het lichaam steekt om in holle organen (maag, darmen, neus, blaas, baarmoeder enz.) en gewrichten te kijken (uitspraak: EN-doo-skoo-PIE).

‘Endo’ betekent ‘vanbinnen’ en ‘scoop’ betekent ‘kijker’ (vergelijk ‘bioscoop’). Een endoscoop bestaat uit dunne, buigzame glasvezels, die licht kunnen voortgeleiden.

Een lampje erin verlicht het orgaan vanbinnen. Voor elk orgaan wordt een andere naam gebruikt, bijvoorbeeld ‘gastroscoop’ voor het bekijken van de maag (gaster = maag) en ‘coloscoop’ voor de dikke darm (colon = dikke darm). Veel endoscopen hebben tegenwoordig aan het uiteinde een piepklein videocameraatje. Het beeld daarvan komt dan op een monitor. Zo kunnen mensen met de onderzoekende dokter meekijken en kunnen ze beelden opnemen om later te bekijken en te bespreken. Vaak neemt de dokter tijdens endoscopie stukjes weefsel weg, meestal voor onderzoek naar kanker. Soms gebeurt een kleine operatie met behulp van endoscopie, bijvoorbeeld aan de galblaas of de meniscus.

Kijk ook bij kijkoperatie.