Erfelijke spieraandoening waarbij de spieren zwak worden en verloren gaan (uitspraak: duu-SJÈN).
Deze ziekte komt voor bij één op de vierduizend jongens. De jongen krijgt dan vanaf zijn peuterjaren lichamelijke beperkingen. Die worden steeds erger en de jongen kan vaak rond zijn twaalfde niet meer lopen. Nog later krijgt hij problemen met zijn hart en de longen. Daaraan gaat hij uiteindelijk dood.