Stof die röntgenstraling tegenhoudt, waardoor een orgaan op een röntgenfoto beter te zien is.
Soms wil de dokter een röntgenfoto maken van iets in je lichaam zonder botten. Zonder botten heb je geen duidelijke röntgenfoto. Een contrastmiddel zorgt dan toch voor duidelijk zwart en wit en scherpe randen op de foto. De maag-darm-leverarts (mdl-arts) wil bijvoorbeeld een foto van je maag maken. Je krijgt dan contrastmiddel te slikken in de vorm van een medische pap. Die pap verspreidt zich vanbinnen over de wand van de maag. De wand is dan op de röntgenfoto goed te zien. Bij foto’s van de bloedvaten (angiografie) wordt het contrastmiddel meestal via een slangetje (katheter) ingebracht (meestal via een bloedvat in de lies). Daarna, wanneer de katheter helemaal door het bloedvat is opgeschoven, wordt het contrastmiddel ingespoten op de plaats die de dokter wil afbeelden, bijvoorbeeld het hart, de longen of de nieren.
