Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen (2010)

Gepubliceerd op 23-02-2017

cocaïne

betekenis & definitie

Verslavende stof die wordt gemaakt uit de bladeren van de cocaplant (uitspraak: koo-kaa-IE-nu).

Cocaïne is een harddrug die mensen kopen als een wit, kristalachtig poeder. De werkzame stof erin komt van de cocaplant, die vooral in Zuid-Amerika groeit. Cocaïne heeft een ‘geestverruimende’ werking: je krijgt bijvoorbeeld het gevoel dat je supermooi en héél goed in je werk bent en dat je duizenden vrienden hebt. Ook zorgt cocaïne ervoor dat je geen prikkels van vermoeidheid en honger merkt.

Wie regelmatig ‘coke’ gebruikt, raakt eraan verslaafd. Mensen kunnen het poeder in de neus
opsnuiven. Die kan daarvan van binnen flink kapot gaan. Of ze lossen het op in water en spuiten het zelf in met een naald in een bloedvat. Als dat gebeurt met al eens gebruikte (en daardoor vaak besmette) naalden, kun je daar een gevaarlijke infectie door oplopen.

Cocaïne en de cocaplant hebben niks te maken met de bekende bruine frisdrank, waarvoor wij geen reclame maken door hier de naam ervan te noemen.

Ook coke. Kijk ook bij harddrugs, drugs.