Langdurige ontsteking van de lever waarbij normale cellen door bindweefsel worden vervangen (uitspraak: sir-ROO-zu).
Cirrose maakt littekens in de lever, met schade die niet meer verdwijnt. Cirrose komt vaak doordat de lever steeds ontstoken is (hepatitis), meestal door alcoholisme (langdurig te veel drinken). Mensen krijgen dan een te hoge bloeddruk in het poortaderstelsel, de bloedvaten van de darmen naar de lever. Als dat gebeurt, stroomt het bloed van de darmen niet meer via de lever, maar via allerlei zijpaden naar het hart, bijvoorbeeld via bloedvaten rondom de slokdarm. Die bloedvaten zijn helemaal niet daarop berekend. Doordat er ineens veel meer bloed doorheen stroomt, moeten ze wel breder worden. Daardoor ontstaan in de slokdarm uitgezette aderen, ‘spataderen’. Als die kapotgaan, kun je daar heel erg uit bloeden en er zelfs aan doodgaan.
