Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen (2010)

Gepubliceerd op 23-02-2017

celdeling

betekenis & definitie

De vorming van twee nieuwe cellen uit één cel.

Bij een organisme dat uit meerdere cellen bestaat, bijvoorbeeld een mens of dier, delen cellen zich voortdurend op: één cel splitst zich op in twee cellen, die twee splitsen zich elk op in twee (totaal: 4!), die 4 elk in twee (totaal 8) enzovoort. Cellen doen dit om te groeien en ook om oude cellen door nieuwe te vervangen. Zo worden telkens nieuwe bloedcellen aangemaakt en nieuwe huidcellen gevormd. Dat zorgt ervoor dat je nieuwe huid krijgt op een wond na een val op je knie of hand.
Sommige soorten cellen worden niet vernieuwd, zoals hersencellen, zenuwcellen en dwarsgestreepte spiercellen, want zij kunnen zich niet delen. Andere soorten cellen delen zich juist vaak. Dus uit darmcellen worden nieuwe darmcellen gevormd, huidcellen vormen huidcellen enzovoort.

Als bij celdeling iets misgaat, kan kanker ontstaan. Vandaar dat kankergezwellen vaak ontstaan in organen die bestaan uit weefselcellen die zich snel delen. Maar de grootste ‘delers’ waaraan wij in ons lijf plaats bieden, zijn alle bacteriën die in onze darmen zitten. Daarvan hebben we er meer dan al onze lichaamscellen bij elkaar. Eigenlijk is de mens niks anders dan een huis voor bacteriën, die daar een lekker warm onderdak vinden.