Deel van het skelet.
Tegen de tijd dat je volwassen bent, heb je ongeveer 206 botten. Maar toen je geboren werd, waren dat er maar liefst 350, ruim de helft meer. Hoe dat kan? In de loop van de tijd vergroeien verschillende kleine botjes met elkaar. Niet iedereen heeft trouwens 206 botten. Sommige mensen hebben een paar extra sesambeentjes in hun voeten, anderen hebben een extra wervel of juist een wervel minder. Volgens de Bijbel heeft de man een rib minder, maar dat is niet helemaal waar.
Sommige botten zijn groot, zoals het dijbeen, andere piepklein, zoals de botjes in het middenoor. Samen vormen de botten het geraamte oftewel skelet, dat je lichaam stevig maakt. Zonder skelet zou de mens zo slap als een kwal of een slak zijn. Botten beschermen belangrijke delen van ons lichaam die niet goed tegen een stootje kunnen, zoals de longen, de hersenen en het hart. En botten vormen natuurlijk de plek waaraan spieren kunnen trekken bij het bewegen. Zonder botten zouden de meeste spieren hun werk niet kunnen doen.
Het woord ‘bot’ heeft een tweede medische betekenis, die niet veel voorkomt: een worm die je binnenkrijgt door het eten van sommige rauwe vis.
Ook been (mv. beenderen), gebeente, ossa. Kijk ook bij skelet.
