Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen (2010)

Gepubliceerd op 23-02-2017

bolus

betekenis & definitie

1) Een flinke hoeveelheid poep; 2) een toegediend geneesmiddel.

Een fecesbolus (erg grote drol) kan pijn bij het poepen geven. Iemand met diabetes krijgt soms veel van een medicijn ineens toegediend: een prik met een ‘insulinebolus’. En dan is er nog een smakelijke betekenis: een bolus is ook een Zeeuws zoet broodje met kaneel erop, dat vooral in Zeeland door banketbakkers wordt verkocht.