Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen (2010)

Gepubliceerd op 23-02-2017

bmrw-vaccin

betekenis & definitie

Vaccin met levend verzwakte virusstammen tegen bof, mazelen, rodehond en waterpokken. (uitspraak: bee-em-er-WEE-vak-SÈ)

De dokter geeft dit vaccin in een prik aan kinderen van 12 maanden en ouder op het consultatiebureau en soms aan volwassenen die deze prik niet eerder hebben gekregen. Hierdoor maakt het lichaam afweerstoffen tegen de virussen waarvan je de genoemde ziektes krijgt. Kom je dan later in aanraking met een van deze virussen, dan kan het lichaam ze goed te lijf gaan. Pas nadat je een tweede prik met het vaccin hebt gekregen, ben je levenslang beschermd.

De letters zijn een afkorting van de namen van de vier ziektes. Vroeger schreef je die afkorting met hoofdletters (BMRW-vaccin). Veel mensen doen dat nog, maar het is fout.

Kijk ook bij vaccinatie.