Junior Dokterswoordenboek

Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

Gepubliceerd op 23-02-2017

blaaskanker

betekenis & definitie

Vorm van kanker waarbij cellen in de wand van de urineblaas veel te hard in aantal groeien en zo schade aanrichten.

Blaaskanker begint meestal met oppervlakkige, wratachtige of paddenstoelachtige gezwellen (poliepen) die in de wand van de urineblaas groeien. Blaaskanker verraadt zich meestal doordat zo’n poliep door het kankerweefsel gemakkelijk bloedt. Bloedrode sporen in de plas (urine) geven dan aan dat er wat mis is. Bij blaaskanker gaan mensen vaak niet op tijd naar de dokter doordat zo’n bloeding vaak na een poosje wel overgaat. Mensen denken dat ze iets gegeten hebben waardoor de plas er rood uitzag en stellen zichzelf gerust: ‘Ach ja, had ik gisteren niet bietjes of rode kool gegeten?’ Intussen groeit de kanker dan door.

Als je rookt, heb je meer kans blaaskanker te krijgen, naast longkanker. Afvalstoffen van tabak komen in de plas. Je kunt dan kanker in de blaas kanker krijgen. Als het gezwel alleen in het slijmvlies en nog niet in de spierlaag van de blaas zit, kan de dokter de blaaskanker misschien genezen. Meestal is het spoelen van de blaas met medicijnen tegen kanker (cytostatica) genoeg. Bij blaaskanker dieper in het weefsel wordt de behandeling moeilijker.

Ook blaascarcinoom.