Junior Dokterswoordenboek

Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

Gepubliceerd op 23-02-2017

bevriezing

betekenis & definitie

Door vorst ijskoud worden, meestal van uiteinden van het lichaam, zoals vingers, tenen, oren en neus.

Als een deel van je lichaam bevriest, merkt je dat aan gevoelloosheid, tintelingen en jeuk, in erge gevallen ook stijfheid. Als je zonder handschoenen sneeuwballen gooit, kun je je vingers na een paar minuten al niet meer buigen. Wanneer daarna de huid ontdooit, gaat het pijn doen. Net als verbranding kent bevriezing drie graden: graad 1, met na het ontdooien een rode verkleuring en dikker worden van de huid; graad 2, met een donkerrode tot blauwachtige verkleuring van het vlees, de huid wordt dan dikker en er komen blaren bij; graad 3, waarbij het weefsel dood is en zwart kleurt (‘necrose’). De dokter spreekt van ‘onderkoeling’ oftewel ‘hypothermie’ wanneer de lichaamstemperatuur van de normale 37,1 graden Celsius tot onder 35 graden zakt.

Ook winterhanden en -voeten. Kijk ook bij brandblaar, lichaamstemperatuur, verbranding.